Kook van de graten, 2 sjalotjes, 10 gekneusde jeneverbessen,
de tijm en het water in 20 minuten een visbouillon en druk
deze door een zeef.
Kook de witte wijn, de jenever, de andere 2 gesnipperde
sjalotjes tot een siroop is ontstaan.
Doe de visbouillon bij de siroop en kook dit tot het bijna is
verdampt.
Voeg klontje voor klontje de boter toe en zeef de saus.
Voeg 1 eetlepel mosterd aan de saus toe en roer die er goed
door.
Leg de vis in een ovenschaal, peper en zout de vis en voeg wat
witte wijn toe.
Laat de vis in een op 150°C voorverwarmde oven in ±
10 minuten gaar worden.
Het bij het bereiden van de vis vrijgekomen vocht kunt u bij
de saus voegen.
Dresseer de vis op een bord en lepel en wat saus over.
Hak de overige 5 jeneverbessen heel fijn en strooi dit over de
vis.
Serveer het gerecht met wilde spinazie en gekookte nieuwe
aardappeltjes.
Geef de overgebleven saus er apart bij.
Zonder kaas | Met kaas | Met bier | Kip met pesto | Vis zonder knoflook | Rundvlees met wijn | Vegetarisch met noten en kaas | Kip zonder knoflook |