Pel en snipper het sjalotje.
Breng in een wijde pan de sjalot met de fond, het sinaasappelsap en de
tijm aan de kook en laat dit op hoog vuur onafgedekt in ± 10
minuten tot de helft inkoken.
Rooster intussen in een droge koekenpan 1 eetlepel amandelschaafsel in
± 2 minuten goudbruin en laat die op een bord afkoelen.
Maal de rest van de amandelen in een keukenmachine heel fijn.
Verhit de boter in de koekenpan en bak de kipfilets in ± 10 minuten
goudbruin en gaar; keer regelmatig.
Schenk intussen het ingekookte vocht boven een andere pan door een zeef,
roer er het saffraanpoeder, de gemalen amandelen en de room door, breng
het geheel aan de kook en verwarm de saus nog ± 8 minuten heel
zachtjes.
Roer in een kopje het aardappelmeel met 1 theelepel koud water glad, voeg
dit al roerend aan de saus toe en blijf roeren tot een lichtgebonden saus
ontstaat.
Verwarm 4 borden voor.
Bestrooi de kipfilets met zout en peper en laat ze onder aluminiumfolie
± 3 minuten rusten.
Neem van de koriander enkele toefjes af.
Schep de saus op de borden.
Snijd de kipfilets schuin in plakjes en leg ze als een waaier in de
saus.
Bestrooi met geroosterde amandelen en garneer met koriander.
Serveer er rijst en sla bij.
Zonder kaas | Met kaas | Met bier | Kip met pesto | Vis zonder knoflook | Rundvlees met wijn | Vegetarisch met noten en kaas | Kip zonder knoflook |